Logo Geo-ingenieurs, specialist in Plaxis en geotechniek

Grondonderzoek aanvragen

Grondonderzoek aanvragen als onderdeel van geotechnisch ontwerp en toetsing

Een betrouwbaar geotechnisch ontwerp begint met goede projectdata. Geo-ingenieurs kan het volledige geotechnisch grondonderzoek aanvragen en coördineren als onderdeel van onze geotechnische advies- en rekenwerkzaamheden. Wij vertalen uw ontwerpvragen naar een doelgerichte onderzoeksstrategie, zodat u geen onnodig onderzoek uitvraagt, maar wel voldoende data verzamelt voor toetsbare berekeningen.

Wij sturen op kwaliteit, bruikbaarheid en kosten, met data die direct toepasbaar is voor onder andere zettingsberekeningen, stabiliteitsanalyses, Plaxis-modellering en ontwerpkeuzes in waterbouw en infrastructuur.

Wij ondersteunen bij het aanvragen van geotechnisch veldonderzoek (sonderingen, boringen, monstername) en laboratoriumonderzoek in heel Nederland. Wij stellen de scope op, vragen uit, beoordelen offertes en vertalen resultaten naar grondmodel en parameters. Wij verzorgen de aanvraag en coördinatie van grondonderzoek als ondersteuning bij geotechnische berekeningen en ontwerp, niet als losstaand veldwerkbedrijf.

Wat valt onder grondonderzoek?

Grondonderzoek omvat alle metingen, bemonstering en interpretatie die nodig zijn om de ondergrond toetsbaar vast te leggen voor geotechnisch ontwerp en berekeningen:

  • Veldonderzoek (sonderingen en boringen)
  • Laboratoriumonderzoek
  • Interpretatie naar grondmodel en grondparameters

Het resultaat is een set grondparameters, inclusief bandbreedtes, voor het grondmodel, het ontwerp en de berekeningen.

Wij vragen grondonderzoek uit voor:

Doelgericht veld- en laboratoriumonderzoek dat past bij de ontwerp- of toetsvraag.

  • Onderbouwen van zettingsberekeningen bij ophogingen, dijken en infrastructurele werken
  • Toetsen van stabiliteit en taluds bij waterkeringen, bouwputten en (diep)wand- en damwandconstructies
  • Specificeren van onderzoek voor geotechnische constructieberekeningen (sluizen, tunnels, kademuren en ondergrondse werken)

Wanneer is grondonderzoek nodig of zinvol?

Grondonderzoek is vaak nodig of wenselijk bij:

  • Nieuwe ontwerpen of toetsingen (funderingen, ophogingen, taluds, waterkeringen, damwanden)
  • Onzekerheid over laagopbouw, grondwater of sterkte- en stijfheidsparameters
  • Projecten met strenge eisen aan vervormingen, zettingen of stabiliteit
  • Situaties met omgevingsrisico’s, zoals nabij bebouwing of infrastructuur
  • Optimalisatie van ontwerp en fasering, bijvoorbeeld bij ophogingen of dijkversterking

Onze rol: onafhankelijk coördineren en inhoudelijk sturen

Wij fungeren als onafhankelijke geotechnisch specialist die:

  • De onderzoeksomvang en locatiekeuze bepaalt op basis van het ontwerp en risicoprofiel
  • De juiste onderzoeksmethodiek selecteert (veld en laboratorium)
  • Offertes beoordeelt op inhoud, kwaliteitseisen en prijs
  • Controleert op volledigheid, plausibiliteit, kwaliteit en bruikbaarheid voor het beoogde rekenmodel
  • Resultaten interpreteert en consistent maakt voor verdere analyses

Wij werken met betrouwbare uitvoerende partijen. Wij stemmen het onderzoeksprogramma af op het projectspecifieke toetskader, de rekenmodellen en het detailniveau van de fase (VO/DO/UO of toetsing). Deze pagina gaat over het onderbouwen en aanvragen van grondonderzoek. Voor inhoudelijke berekeningen en toetsingen verwijzen wij naar de bijbehorende specialistische pagina’s binnen de onderstaande hubs. 

  • Geotechnische constructies
  • Funderingen
  • Grondstabiliteit

Typische vragen bij het uitzetten van grondonderzoek

In de praktijk komen vaak vragen terug zoals:

  • Welke onzekerheden in laagopbouw zijn maatgevend voor ontwerp of toetsing?
  • Welke parameters moeten uit het laboratorium komen en welke kunnen uit sonderingen worden afgeleid?
  • Hoeveel meetpunten zijn nodig om variatie langs het tracé betrouwbaar te vangen?
  • Welke monsters zijn nodig voor bepaling van kruip- en consolidatieparameters?
  • Op welke diepte zijn de draagkrachtige lagen?

Veldonderzoek

Veldonderzoek geeft snel inzicht in laagopbouw, variatie en maatgevende lagen, en vormt vaak de basis voor het grondmodel.

Sonderingen (CPT)

Sonderingen zijn in Nederland de meest gebruikte methode om snel inzicht te krijgen in laagopbouw en draagkrachtindicaties. Sonderingen zijn vaak de basis voor geotechnische modellering en ontwerp van onder andere funderingen, ophogingen, taluds en keringen.

Afhankelijk van locatie en toegankelijkheid kunnen sonderingen worden uitgevoerd:

  • Op land met een (rups)sondeertruck
  • Op lastig bereikbare locaties met midirups of minirups
  • Ondiep met handsonderingen
  • Op water vanaf schip of ponton

Wij stemmen uitvoering en diepte af op het doel: globale profielopbouw, parameterafleiding, variatie langs tracé of lokale detailvragen.

Boringen en monsterneming

Boringen worden gebruikt voor visuele beschrijving en classificatie. Als er monsters worden gestoken, kan daarop laboratoriumonderzoek worden uitgevoerd. Daarmee worden parameters bepaald die met alleen sonderingen vaak onvoldoende betrouwbaar zijn, bijvoorbeeld voor kruip, consolidatie, ongedraineerde sterkte of specifieke spanningspaden. Bij boringen wordt ook de grondwaterstand vastgesteld.

Uitvoering kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • Mechanische boringen (met monstername op diepte)
  • Handboringen voor beperkte diepten of moeilijk bereikbare locaties

Wij specificeren monsterkwaliteit en bewaarcondities, omdat dit direct invloed heeft op de betrouwbaarheid van labresultaten.

Geotechnische lengteprofielen

Voor projecten langs een tracé of bij grotere gebieden is een geotechnisch lengteprofiel vaak zeer waardevol. Daarmee wordt de variatie in laagopbouw en trends in de ondergrond zichtbaar, wat helpt bij:

  • Ontwerpkeuzes en variantvergelijkingen
  • Risicogestuurd onderzoek (waar extra metingen nodig zijn)
  • Uitleg richting opdrachtgever, projectteam en reviewers
  • Input voor Plaxis- en stabiliteitsmodellen

Indien gewenst kunnen wij op basis van sondeerdata een lengteprofiel en een helder grondmodel opstellen dat direct toepasbaar is in berekeningen en rapportages.

Laboratoriumonderzoek

De scope van het laboratoriumonderzoek hangt af van grondsoort, model en het doel van de berekeningen. Laboratoriumonderzoek levert grondparameters die niet betrouwbaar uit alleen sonderingen kunnen worden afgeleid, zoals consolidatie-, kruip-, sterkte- en doorlatendheidsparameters.

Classificatie- en indexproeven

Classificatieproeven geven basisinformatie voor interpretatie en parameterafleiding, zoals:

  • Visuele beschrijving en grondsoortclassificatie
  • Korrelgrootteverdeling (zeef- en sedimentatie)
  • Atterberg-grenzen voor cohesieve gronden

Volumieke gewichten en organisch materiaal

Afhankelijk van het vraagstuk kunnen bepalingen nodig zijn zoals:

  • Verzadigde en onverzadigde volumieke gewichten
  • Korreldichtheid (pyknometer)
  • Gloeiverlies voor organische fractie (relevant bij veenrijke lagen)

Doorlatendheidsproeven

Doorlatendheid is vaak essentieel voor:

  • Consolidatie en zettingssnelheid
  • Bemalings- en ontwateringsvraagstukken
  • Grondwaterstroming en poriedrukopbouw

Bepaling kan plaatsvinden met constant head of falling head proeven, afhankelijk van de grondsoort.

Sterkteonderzoek (triaxiaal, DSS/DS, vin)

Sterkteparameters bepalen in hoge mate stabiliteit en vervormingsgedrag. Veel gebruikte proeven zijn:

  • Triaxiaalproeven (afhankelijk van spanningspad en drainagecondities)
  • Direct shear en direct simple shear
  • Vinproeven voor ongedraineerde schuifsterkte

Stijfheid en samendrukbaarheid

Voor zettingsberekeningen en tijdsafhankelijk gedrag zijn oedometerproeven belangrijk. Hiermee worden:

  • Samendrukkingsparameters bepaald
  • Zwelgedrag gekwantificeerd
  • Input geleverd voor consolidatiemodellen en kruipmodellen

Verdichting en ophoogmaterialen

Bij ophoog- en grondverbeteringswerk kan een Proctorproef relevant zijn om het optimale watergehalte en maximale droge dichtheid te bepalen.

Wat u van ons mag verwachten

Wanneer wij grondonderzoek aanvragen en coördineren, leveren wij:

  • Een projectspecifieke onderzoeksopzet (boorplan, sondeerplan, plan voor laboratoriumonderzoek) die aansluit op de ontwerpvragen
  • Een toetsbare onderbouwing van meetlocaties, methoden en kwaliteitseisen
  • Controle van offertes en uitvoeringsafspraken
  • Interpretatie van resultaten naar bruikbare parameters en een grondmodel
  • Data die direct inzetbaar is voor geotechnische berekeningen en modellering

Contact

Wilt u dat wij het grondonderzoek gericht en efficiënt voor u uitvragen, zodat de data past bij de benodigde berekeningen en toetsing? Neem contact op voor een kort inhoudelijk overleg. Bij voorkeur ontvangen wij alvast een locatie, een dwarsprofiel of schets, en uw ontwerp- of toetsvraag.

Veelgestelde vragen over aanvragen van grondonderzoek

Wanneer heb ik boringen nodig naast sonderingen?

Sonderingen geven snel en efficiënt inzicht in laagopbouw en sterkte-indicatoren, maar leveren niet altijd voldoende betrouwbare informatie voor alle ontwerpvragen. Boringen zijn met name nodig wanneer:

  • Monstername en laboratoriumonderzoek vereist is (bijvoorbeeld voor consolidatie en kruip)
  • De grondsoort of laaggrenzen onzeker zijn en visuele classificatie nodig is
  • Er slappe lagen (klei of veen) voorkomen waarbij ongedraineerde sterkte en samendrukbaarheid maatgevend zijn
  • De parameters niet robuust uit CPT-afleidingen kunnen worden onderbouwd voor het toetskader

In veel projecten is de beste aanpak een combinatie: CPT’s voor ruimtelijke variatie en grondmodel, boringen voor verificatie en parameterbepaling.

Welke laboratoriumproeven zijn nodig voor zettingsberekeningen?

Welke proeven nodig zijn hangt af van het zettingsmodel, de grondsoort en de eisen aan restzetting en tijdsafhankelijk gedrag. Vaak gaat het om een combinatie van:

  • Classificatie- en indexproeven: watergehalte, volumieke massa, Atterberg-grenzen en organische fractie (gloeiverlies)
  • Oedometerproeven: samendrukbaarheid, consolidatie-eigenschappen en in veel gevallen ook input voor tijdsafhankelijk gedrag (afhankelijk van aanpak en modelkeuze)
  • Doorlatendheidsbepalingen: relevant voor consolidatiesnelheid en drainagecondities, vooral bij klei of veen en bij verticale drainage
  • Aanvullend, projectspecifiek: wanneer kruip dominant is kan aanvullend laboratoriumonderzoek nodig zijn om het model en de bandbreedtes toetsbaar te onderbouwen

Wij stemmen de labscope af op het beoogde rekenmodel (bijvoorbeeld isotache, NEN-Bjerrum, Koppejan of een numerieke aanpak) en op het projectspecifieke toetskader.

Hoe wordt het aantal sonderingen langs een tracé bepaald?

Het aantal sonderingen volgt niet uit één vaste regel, maar uit het risicoprofiel en de verwachte variatie in de ondergrond. Wij bepalen de onderzoeksdichtheid op basis van:

  • Lengte van het tracé en projectfasering
  • Heterogeniteit van de ondergrond (laagwisselingen, geulen, veenbanen, oude ophooglagen)
  • Kritieke locaties: overgangen, kunstwerken, kruisingen, teenconstructies, bemalingsgevoelige zones
  • Vereiste betrouwbaarheid voor het grondmodel en parameterafleiding
  • Het doel: globale verkenning, ontwerp, of toetsing met strenge eisen

Praktisch werkt het vaak goed om een basisgrid langs het tracé te combineren met verdichtingen op risicolocaties. Zo blijft het onderzoek doelgericht en kostenefficiënt, terwijl de belangrijkste onzekerheden wel worden afgedekt.

Wat moet aangeleverd worden om grondonderzoek aan te vragen?

Hoe beter de input, hoe gerichter het onderzoek kan worden uitgezet. Idealiter ontvangen wij:

  • Locatie en projectgrenzen (kaart of coördinaten)
  • Ontwerpvraag en beoogde constructie
  • Schets of dwarsprofielen en indicatieve geometrie
  • Informatie over (grond)waterstanden, waterstandsvariaties en eventuele bemaling
  • Beschikbare historische data (oude sonderingen, boringen, geotechnische rapporten)
  • Randvoorwaarden: planning, bereikbaarheid en veiligheid

Op basis hiervan kunnen wij scope, meetlocaties en laboratoriumprogramma gericht vastleggen.

Kunnen offertes vergeleken worden en de scope bepaald worden?

Ja. Als onafhankelijke geotechnisch specialist kunnen wij:

  • De benodigde scope bepalen op basis van ontwerp- en toetsvragen
  • Offertes inhoudelijk toetsen op methode, diepten, monsterkwaliteit, rapportage en kwaliteitseisen
  • Beoordelen of de voorgestelde aanpak de benodigde parameters daadwerkelijk oplevert
  • Alternatieven voorstellen om kosten te beperken zonder risico’s te vergroten
  • De resultaten vertalen naar bruikbare input voor zettingsberekeningen, stabiliteitsanalyses en Plaxis-modellen

Zo wordt een onderzoeksprogramma verkregen dat past bij het project, zonder dat er te veel of te weinig grondonderzoek uitgevoerd wordt.